Wijzigingen en juridische instrumenten:
Legger:
Volgens artikel 5.1 in de Waterwet zijn waterbeheerders verplicht om een legger op te stellen. Een legger is een kaart van een beheersgebied met daarin de breedte en diepte van alle wateren en de hoogte en breedte van waterkeringen. Ook staat er in de legger wie verantwoordelijk is voor welk onderhoud (Hoogheemraadschap van Rijnland, sd).
De legger in dit project zal dus worden opgesteld door het Hoogheemraadschap van Delfland met daarin de veranderingen en toevoegingen in het gebied.
Uit artikel 78 uit de Waterschapswet volgt ook dat het algemeen bestuur de legger vaststelt waarin het hoogheemraadschap onderhoudsverplichtingen heeft (Waterschapswet , 1991).
Peilbesluiten:
Volgens artikel 5.2 in de Waterwet zijn waterbeheerders verplicht om peilbesluiten voor oppervlakte- en grondwaterlichamen op te stellen. In een peilbesluit legt het waterschap de waterpeilen vast van een gebied (Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden , sd).
En in artikel 4.3 van de Waterwet staat beschreven wat er precies in het peilbesluit moet worden opgenomen.
Projectplan:
Volgens artikel 5.4 lid 1 in de Waterwet is de waterbeheerder verplicht een projectplan op te stellen bij het aanleggen of wijzigen van een waterkunstwerk. In dit geval is er sprake van een aanleg van een nieuw waterkunstwerk dat het grondwaterlichaam beïnvloed. Daarom zal het Hoogheemraadschap van Delfland een projectplan moeten opstellen.
Bestemmingsplan:
Een bestemmingsplan is een document vastgesteld door de gemeenteraad (Gemeente Rotterdam, sd), het bepaalt wat iemand mag bouwen en hoe gebouwen en terreinen gebruikt mogen worden. In dit geval wordt het opgesteld door de gemeenten Maasland, Vlaardingen en Maassluis omdat er bij het aanleggen van een nieuw bergingsgebied de functie van de grond verandert.
In de Wet van Ruimtelijke Ordening artikel 3.1 lid 1 t/m 5 staat wat er precies opgenomen moet worden in het bestemmingsplan.
Gedoog- en duldplicht:
Met een gedoogd- en duldplicht kan de overheid bepaalde werkzaamheden verrichten, zonder dat er toestemming is gegeven van de eigenaren of andere rechthebbende van grond (Kenniscentrum Infomil, sd). Dit is een zeer handig instrument dat in de toekomst kan worden gebruikt bij dit project. De waterbeheerders kunnen vrij handelen en hoeven niet specifiek rekening te houden met enige onenigheid van landeigenaren.
Ook staat er in artikel 5.26 van de Waterwet dat rechthebbenden, oftewel grondeigenaren, in het bergingsgebied wateroverlast of overstromingen ten gevolge van afvoer of tijdelijke berging dienen te dulden.
Vergunningen:
Om een project te realiseren zijn er vergunning nodig, net zoals dat er bij een bouwproject bouwvergunningen nodig zijn, is er bij een waterberging project een watervergunning nodig.
Echter is er volgens artikel 5.10 van de Waterwet geen watervergunning nodig voor het realiseren van een waterberging als er bij een project al een projectplan is vastgesteld. Hierdoor zijn de vergunningen al inbegrepen in het projectplan en zijn die niet van toepassing voor deze casus. Wel zijn er vergunningen nodig zoals bouwvergunningen of kapvergunningen.
Waterakkoorden:
In waterakkoorden worden er afspraken gemaakt door twee of meer waterbeheerders die in hetzelfde stroomgebied zitten, dit komt uit artikel 3.7 van de Waterwet.
Het akkoord gaat over de regeling van de samenwerking en de overstijgende aspecten van het beheer t.o.v. elkaar.
Milieueffectenrapportage:
Dit instrument is bedoeld om het milieu goed in beeld te brengen bij het nemen van besluiten. Aan de hand van deze rapportage krijgt de initiatiefnemer inzicht in de gevolgen op het milieu van het project.
Dit instrument is niet verplicht om af te nemen maar het wordt wel aangeraden omdat het een passend instrument is om bepaalde keuzes te onderbouwen en rekening te houden met het milieu.
Maak jouw eigen website met JouwWeb